Grenzen aangeven en oefenen met Nee zeggen

Een wat langere video met 2 onderwerpen die veel met elkaar te maken hebben. Want als je je grens hebt gevoeld, zul je vervolgens nee moeten gaan zeggen.

Uitleg video en aanvullingen

We gaan nu kijken hoe je je grenzen kan aangeven en kan voelen, want daar begint het natuurlijk mee. Want hoe merk je nu dat er over jouw grens gegaan wordt door een ander of door jezelf? Je kan natuurlijk zelf ook teveel werk op je nemen, waardoor je in het nauw komt.

Dus hoe merk je dat nu?
Je merkt het doordat je boos wordt. Boosheid is het signaal dat er over jouw grens gegaan wordt, dus het kan zijn dat je in één keer voelt dat je boos wordt. Dan is het heel helder waar de grens ligt, dan weet je, dit is een stap te ver voor mij. Maar het kan ook zijn dat je voelt dat je chagrijnig wordt. Je bent wat aan het mopperen, je voelt het borrelen in je buik. Je bent ontevreden over iets. En dat is ook een signaal van hé, hier wordt over mijn grens gegaan. Dan is het zaak om je verantwoordelijkheid te nemen voor jouw gevoel, want dit is geen prettig gevoel, en je grenzen  aan te geven door waarschijnlijk nee te zeggen of dingen uit te besteden of dingen anders te regelen. Of als je zelf over je grenzen gaat om te stoppen met wat je doet en te pauzeren.

Oefening 1
We gaan een praktisch oefeningetje doen, om te kijken hoeveel ruimte jij nodig hebt. Neem mij als meetpunt van de rand van jouw cirkel, dus jouw grens eigenlijk. En sta maar eens op en ga langzaam achteruit. Ja, in de benen of als je een stoel met wieltjes hebt, kun je achteruit rollen maar staan is  denk ik makkelijker. Loop langzaam naar achteren en kijk wanneer de afstand tussen ons klopt voor jou. Wanneer heb je genoeg ruimte? En beschouw die als of die als een cirkel om je heen zit. Vind een punt waarvan je denkt, nou, zo is het oké, zo dichtbij mag je wel komen.

Voor jou is de grens nu  helder, maar ik zie die natuurlijk niet, dus ik kan gewoon over jouw grens heen komen. Dus ik zet een stap naar voren. Dat kan ik nu niet, dus doe jij maar een stap naar voren. En, kijk wat er dan gebeurt. Waarschijnlijk voelt dit niet prettig. Wat ga je dan doen als er iemand jouw cirkel in komt? Doe je een stap naar achteren? Zo van, ik neem mijn cirkel wel mee. Ik ga dit even uit de weg. Of geef je je grens aan? Zeg je:” Ik vind dit niet prettig.” Of denk je ah, ik heb wel iets minder ruimte nodig. Dat is wel oké, ja, ik kan wel met iets minder ruimte toe. Nou, je voelt hem al aankomen. Dat kun je wel even doen, en achteruit stappen, dat kan ook wel een keer. Maar uiteindelijk kom je in de knel, want je doet jezelf tekort. Dus wat de bedoeling is, is dat je opkomt voor de grenzen van jouw cirkel. Dus dat jij gaat zeggen, oké, dit vind ik niet fijn, stop. Dit moeten we anders doen.

En dit in niet alleen van toepassing op jouw persoonlijke ruimte, maar ook op je werkdruk. Als je een hoge werkdruk hebt, veel taken, dan voel je dat gebrek aan ruimte ook. Dat is benauwend. Je hebt dan niet genoeg ruimte/tijd om je werk goed te doen. Dan moet je voor jezelf opkomen, en aangeven dat je teveel taken hebt. Er moet dan iets af, want zo is het niet reëel.

Alleen maar ja zeggen kan niet, want zoveel tijd en ruimte heb je niet. Dus wees je bewust van de grenzen van jouw cirkel. En hoeveel ruimte jij nodig hebt.

Oefening 2
We gaan nog een oefeningetje doen en normaal doe ik die fysiek in mijn tuin met tennisballen. Maar ja, je bent hier niet bij mij thuis, dus ik ga pingpongballetjes naar jou toe gooien. En jij doet alsof je ze vangt, zeg maar. De pingpongballetjes zijn de vragen die overdag op je afkomen, dus:
·        Kun je me even hiermee helpen?
·        Wil je daar even mee naartoe?
·        Kun jij die vergadering overnemen?
·        Wil jij daar nog even heen?
·        Kun je morgen overwerken?
·        Wil jij die taken overnemen?
·        Wil jij rijden voor sporten?
en stop maar.

Je ziet, je hebt geen invloed op wat er allemaal op je afkomt. De enige invloed is hoeveel ballen jij gevangen hebt. Dus ben jij iemand die alleen maar aan het vangen is en ja ja ja is goed is goed, is goed zegt en ondertussen zelf in de knoei komt? Of durf jij te zeggen, oké, ik heb mijn handen vol, twee ballen is genoeg, meer ruimte heb ik niet, dus tegen de rest zeg ik nee.

Denk maar eens na, wat was je aan het doen? Was je aan het vangen of was je aan het inschatten? Kan het wel, kan het niet, moet ik het wel of niet doen? En daar gaat het om. Je hebt geen invloed op het aantal ballen/vragen dat er op je afkomt, maar je hebt wel invloed op of jij de bal vangt of niet, of je ja zegt of dat je nee zegt.

Nou, daar heb ik weer een werkblad voor gemaakt. Oefenen met nee zeggen. Er staat een kolommetje Vraag. Dat zijn de vragen die er tijdens je dag op je afkomen. Daarachter twee kolommen. Ja, en nee, dus wat was je antwoord? Heb je ja gezegd? Of heb je nee gezegd? En daarachter een kolom met Tevreden. Was je daar tevreden over? Want een ja als je ruimte hebt is helemaal prima, maar een ja, als je daardoor zelf in de knoei komt, dat is helemaal niet prima, dus dan had het een nee moeten zijn. En dat voel je op het moment dat je ja zegt en het moest een nee zijn. Je voelt dan meteen zo’n wringend gevoel, zo van: “ Oh, dit kan helemaal niet. Ik zeg ja, maar ik heb daar helemaal geen tijd voor.”
Dus ga daar lekker mee aan de slag. Kijk wat er op zo’n dag op je af komt en kijk of je automatisch ja zegt, is dat gewoon jouw standaard antwoord? Of neem je je eigen welzijn mee in de beslissing? Je eigen ruimte, je eigen agenda.

Mensen vragen ook vaak kun je dit, of dat kun je dan voor een vergadering terugkomen op je vrije dag? En vaak kijk je dan alleen naar je agenda, kan ik? Maar daar gaat het eigenlijk niet alleen om. Het gaat er ook om wil ik, want ook als er niks in je agenda staat, kun je nog steeds nee zeggen tegen iets omdat je er zelf geen ruimte voor hebt, of andere plannen had, of gewoon lekker met een boek op de bank wil zitten. Dus vraag je eerst af of je wilt, en kijk daarna of je kunt. Want een afspraak met jezelf is ook belangrijk.

Ga daar maar eens mee spelen. Als je alleen maar ja zegt, terwijl het nee moet zijn, krijg je vanzelf zo’n vervelend gevoel over jezelf dat je ermee gaat stoppen. Nee zeggen is iets wat je niet kunt leren, maar gewoon zult moeten doen, moeten uitproberen, en dan merk je: het is een antwoord. De ander accepteert mijn nee. Ik kom hiermee weg.  😊

Ga ermee oefenen en als je ja hebt gezegd terwijl het nee moest zijn, kijk of je erop terug kan komen, want dat kan vaak ook. Je zegt bijvoorbeeld: “Oh ik zeg wel ja, maar het moet eigenlijk een nee zijn.” Of neem even bedenktijd als iemand je wat vraagt, zegt dan bijvoorbeeld: “ Nou, ik kom er even op terug.” Dan heb je even tijd om te voelen. Wil ik dit eigenlijk wel? Heb ik hier ruimte voor?

Dus zie het als een spel. Het is helemaal niet erg als je ja zegt terwijl het een nee had moeten zijn. Je doet het niet meteen goed. Het is een proces, elke keer een stapje erbij en lach om jezelf als je het wel wilt maar nog niet durft. Als je toch de dingen doet die je eigenlijk niet meer wil. En zie het als een extra zetje om de volgende keer  wel nee te zeggen.

Zo kom je met elke nee iets meer in de goede richting. Je krijgt meer ruimte, voelt je beter over jezelf, je wordt sterker, zelfbewuster en dat geeft een goed gevoel. Dus de moeite waard om serieus mee te oefenen.

En voelt het in het begin niet meteen goed, voel je je schuldig, zet dan wel door. Want tegen jezelf in werken voelt ook niet goed. Jij bent ook belangrijk, niet alleen de ander. Het is veel fijner om vanuit ruimte ja te zeggen tegen een ander dan vanuit een tekort. Je doet dan jezelf tekort. Dat voelt niet goed voor jou, maar een ander wil dat vaak ook niet, dat je hem/haar helpt ten koste van jezelf.

Dus zorg goed voor jezelf door nee te zeggen tegen wat jou niet uitkomt, zo krijg je ruimte om ja te zeggen tegen dat wat je wilt. Dan is een ja ook echt een ja. En dan voelt echt goed. Voor jou en voor de ander.

Heel veel succes!